Magmatisch gesteente

Dit type gesteente vormt zich zowel diep onder het aardoppervlak (intrusief of dieptegesteente) als aan het oppervlak (extrusief of uitvloeiingsgesteente). De snelheid van afkoeling beïnvloedt de textuur en korrelgrootte van het gesteente; langzame afkoeling leidt tot grotere kristallen die met het blote oog zichtbaar zijn, terwijl snelle afkoeling kleinere kristallen vormt. Magmatische gesteenten zijn doorgaans hard, zuurbestendig, vorstbestendig en slijtvast, wat ze geschikt maakt voor diverse bouwtoepassingen.

Magmatische gesteenten worden onderverdeeld in dieptegesteenten (ontstaan diep in de aardkorst), ganggesteenten (gevormd in scheuren en gangen) en uitvloeiingsgesteenten (gestold aan het aardoppervlak). Bekende voorbeelden zijn graniet (een dieptegesteente met zichtbare kristallen) en basalt (een uitvloeiingsgesteente met fijne kristallen). Deze gesteenten worden in de bouw gebruikt voor onder andere gevelbekleding, vloeren en bestratingen vanwege hun duurzaamheid en esthetiek. De kleur en samenstelling van magmatisch gesteente kunnen sterk variëren, afhankelijk van de mineralen waaruit het is opgebouwd. Zo bevat zuur magmatisch gesteente veel kwarts, terwijl basisch magmatisch gesteente rijk is aan ijzer- en magnesiumhoudende mineralen.

• https://www.mrsns.be/over-ons/natuursteen
• https://nl.wikipedia.org/wiki/Magmatisch
• https://www.dinoloket.nl/stratigrafische-nomenclator/naar-afzettingsmilieu/stollingsgesteente
• https://af.wikipedia.org/wiki/Stollingsgesteente
• https://www.stenenzoeken.nl/welke-steen-heb-ik/welke-steen-heb-ik-1/graniet